Graaf Willem III erkent dat sommige welgeborenen van Delfland, die 2 penning Hollands per morgen gegegeven hebben vanwege de nood in Friesland, dat slechts op zijn verzoek hebben gedaan en dat hij noch zijn opvolgers daaraan enig recht kunnen ontlenen.
Aan het eind van de tekst in de marge een horizontale streep.
Welboren van Delfflant.
Vóór de initiaal een horizontaal streepje.
Wi Willem ..gravea van Heynnegouwenb, van Hollandc, van Zeellandd ende here van Vrieslande maken cond allen ludenf. Want onse wel gheboeren lude van Delfland somme, over mids der noed die is in Vriesland, ons ghegheven hebben omme onser bede willen ende niet van eneghen rechte twie penninghe Hollandsg van der morghen, soe bekenne wi dat met desen brieve dattet van ghenen rechte en is, ende dat wi noch onse nacomelinghers hem noch horen nacomelinghers des hier namaels niet eyschen en zullen noch eyschen moghen van eneghen rechte.
In orconde desen brieve bezeghelt met onsen zegheleh. Ghegheven in die Haghe des manendaghes voeri onser Vrouwen dach ter lichtmisse int jaer ons Heren Mo CCCo vier ende dortich.