Klachten van graaf (Willem III) van Holland gericht aan de officiaal van de (Utrechtse) Domproost, betreffende inbreuken van de geestelijke rechtbanken op de wereldlijke rechtspraak en misdragingen van clerici.
De onderstaande klachtenlijst, die door de moderne hand niet van een volgnummer is voorzien, is geschreven op een in het register ingeschoven los blad. De tekst ontbreekt in het het duplicaatregister AGH 401. Zie het voorafgaande nr. UT 1, die waarschijnlijk met onderstaande lijst samenhangt. Zie ook aldaar voor de gronden waarop tot bovenstaande datering is gekomen.
Dit zien die pointe dair mijn here van Hollanda hem of beclaghet dat men metten gheesteliken rechte hem ende zine luden onrecht ane doet. Int eerste:
b Dat waerlike lude mallic anderen daghen omme waerlike scout.
Item van waerlikerc scout dair een waerlike recht of ghegaen is, dat men dair of anderwaerved waerlike lude daghet ende te banne doit.
Item in steerfhuzen dair een clerc erfnamee mede is, dat die clerc niet nemen en wil alsulc recht als dien sterfhuze toe behort.
Item dat provisoir ende deken daghen omme doit slaghe ende omme helpe van doit slaghen jof van leemten, dat niement berechten en mach dan die grave selve.
Item van papen ende clercken die verbodene wapen draghen, die vechten ende vrede weygheren, die dronken drinken ende in bourdelen gaen.
Item van clerken die coemans zien ende tavaerne houden, dat die hair scout niet ghelden en willen: men moetse verwinnen metten gheesteliken rechte ende laten hem waerlike luden waerlike scout op draghen ende minenf die waelikeg scout metten gheestelikenh rechte.
Item datmen onberuchte vrouwen ende onberucht manne heymelike daghet van overspele, dat zi beteren moeten groffeliken jof men dagheti ze openbare ende doet hem grote scande; ende int uyt draghen zone en cannerj niet ghevinden, soe lait men hem hairk ontscoude doen met heml zevenden ten heylighen dair veul onruste in den lande of ghecomen es, ende nuwelinghe een knapem in Poirtvliet omme doit ghesteken was.
Item dat men onberuchte lude ende arme lude daghet van te brokenn viere, dair si niet of gheraken en conden, si en moeten hem selven ledighen met hem zevenden ten heylighen.
Item dat men van overspele ende te brokene viere ende van anders oncuysheyt, die men te rechte met penitenchien beteren soude, alzoe vele ghelds nemt dats tland niet ghewesen en mach ende niement en weet hoe hier of ontraken o salp; datmen versie wat dair of weseliken es.
q Des hevet des Domproest officiaelr een uutscrift, diere ene antworde of doen sal.
- klacht
- rechtspraak
- geestelijk
- wereldlijk
- onrecht
- dagen
- schuld
- ban
- sterfhuis
- clericus
- erfgenaam
- provisor
- deken
- doodslag
- hulp
- verminking
- priester
- wapen
- vechten
- vrede
- weigeren
- dronkenschap
- bordeel
- koopman
- herberg
- berechten
- canoniek recht
- vrouw
- onbesproken gedrag
- overspel
- schande
- onschuld
- zeventuig
- eed
- onrust
- knaap
- arme lieden
- kerkelijke feestdag
- besloten tijd
- onkuisheid
- boete
- domproost
- officiaal
- afschrift
- antwoord