Graaf Willem III verleent Roelof de Rover van Montfoort 3 morgen land aan de Linschoten, geheten het Heulland, hem aangekomen van Jan van der Heulen, met de bepaling dat Roelof nog 3 morgen daarbij zal kopen en dit aan de graaf zal opdragen samen met het steenhuis dat hij erop zal bouwen, welk huis een open huis van de graaf zal zijn; het huis en de 6 morgen land zal Roelof van de graaf in leen houden.
Roeloff die Rover van Montfoirdea.
In de marge een kruis.
Roelof de Rover van Mondfoert.
In de datering, die gezien de Latijnse bewoording en de vreemde plaats van de naam Dordrecht toch al niet in de originele vorm is overgeschreven, is mogelijk een kopiistenfout in het jaartal geslopen. In het Utrechts Archief, Archief heerlijkheid Montfoort, inv. nr. 335, bevindt zich nog de originele oorkonde, die blijkbaar ook door van Mieris is gezien, en die geeft het jaartal 1320. Het jaar 1320 lijkt ook meer voor de hand te liggen gezien de plaats van deze oorkonde in het register, tussen oorkonden uit september-december 1319 enerzijds (nrs. UT 8-12) enerzijds en september 1320 (nrs. UT 27-29) anderzijds. Het itinerarium van graaf Willem III geeft in dit geval geen uitsluitsel, omdat hij rond beide mogelijke data in Dordrecht was.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaemb etc. maken cond etc. dat wi onse drie morghen lands ligghende anc die Lintscote, die hieten dat Huelandd ende ons anequamen van Janne vander Huelene, verliet hebben Rolof den Rover van Montvoerdef. Item sal Roelof voers. III morghen copen eighen dat ligghende g an desen lande, ende opth voerscreven landi sal hi een steenhuus maken, ende dat huys, oecj hou groet dat hijt maket, ende die drie morghen lands voerscreven eighens zal dese voirgenoemde Rolofk ons of onsen ghewaerden bode in vrien eyghen gheven met allen rechte van den lande. Ende dit huis ende die zes morghen lands voerscreven zal Rolofl voers. ende sine wittelike erfnamen van ons ende van onsen nacomelinghen te liene houden binnen achterzusterkinde niet te versterven, ende dit goet zalmen al verheerwaerden met enen roden sperwaerde; ende dit huis zal onse ledich ende open huis wesen so wilke tijt dat wijs begheren jof te doene hebben, oec jeghens wien datter ware.
In orkonde etc. Datum feria tertia ante ascentionem Domini, Dordrechtm, anno Domini M° CCC° XIX°n.
Per dominum Zudensemo, Symonem de Bentenp, Gherardumq de Raporst.r