Graaf Willem III staat Wouter van (Mijnden) toe dat deze de kleinste helft van diens grafelijk leengoed zal schenken aan de oudste zoon die hij zal krijgen uit diens voorgenomen huwelijk met de jonkvrouw van der Horst, en dat voorts uit die helft de jonkvrouw wordt gelijftocht.
Wouter van Mindena ende sijn wijf.
Wi Willaemb gravec van Heynnegouwend, van Hollande, van Zeellandf ende here van Vrieslandg maken cond allen luden dat wi oirlof gheven Wouter van Mudenh, also verre alset huwelijc volghaet tuschem hem ende der joncfrouwen van der Horsti, dat hi die minder helfte van den goede dat hi van ons hout in rechten liene maken mach op sinen outsten sone die hi bi hoir winnen zal, ende van dier zelver helfte dat der joncfrouwen voirs. hoir lijftocht dair op maken mach also groet als hem zelven goet denket.
In oirkonde desen brievej etc. Ghegheven tote Sinte Gheerden berghe donresdaghes voir sinte Laurens daghe int jaer ons Heren M CCC een ende twintich.