Bisschop Jan III van Utrecht en graaf Willem III verklaren dat zij Steven van Zuilen, die zich tot hen heeft gewend in diens geschil met heer Jan van Brandenburg, diens huis te Zuilen met het bijbehorende goed zullen teruggeven vóór 8 augustus eerstkomend, ongeacht of zij dan al uitspraak hebben gedaan.
Van thuys te Zulen.
Steven van Zulen.
Een streep door het begin van de tekst.
Vgl. het volgende nr. UT 67.
Wi Johan bi daera ghenaden Gods biscop tUtrechtb ende Willemc grave van Henegouwend, van Hollande, van Zeeland ende here van Vrieselandf maken cont allen ludeng dat wi Steven van Zulen zijn huish te Zulen met alle sinen goede datteri toe hoert weder leveren sellen acht daghe voir onser Vrouwen dach naest comendej, weder wi onsek segghen segghen och nietl en segghen, soe lie wi diesm dat ons Steven vervolghet hevet van dien stucken die sijn tuschken here Janne van Brandenborchn ende heme, sonder alrehande archeito.
In orkonde des brieves med onsen zeghel bezeghelt. Gheghevenp int jaer ons Heren M CCC ende vijf ende twintich des sonnendaghes voer sente Servaes dach.
Per dominum comitem, dominum de Yisselsteynq et dominum Symonemr bastaerd.