Bisschop Jan III van Utrecht en graaf Willem III dragen Pieter, broer van Steven van Zuilen, op het huis te Zuilen met het bijbehorende goed te beheren tot 8 augustus eerstkomend, waarna hij het aan Steven moet overdragen, ongeacht of zij of de door hen aangestelde scheidslieden dan al uitspraak hebben gedaan.
Idema.
Pieter Stevens broeder van Zulen.
Een streep door het begin van de tekst.
Vgl. het voorafgaande nr. UT 66.
Wi Jan bider ghenaden Gods biscop tUtrecht ende Willem grave van Henegouwen, van Holland, van Zeeland ende here van Vrieseland doen cont allen luden dat wi bevolen hebben ende bevelen met desen brieve Pieter, Stevens broeder van Zulen, dat huis te Zulen med alle den goede datter toe behoret te verwaren tote acht daghe voer onser Vrouwen dach naest comende die me hiet Assumptio, in alle dier manieren, weder wi segheden ocht niet en segheden mit den segghers daer wijs ons mede beladen hebben, so wille wi dat Pieter voirnoemt dat huis te Zulen met alle den goede als hiet ontsent Steven weder lever sonder enich verbeyit van enichgherhande brieven ocht ghebot dat wier opsenden mochten; sonder alre archeytb.
In orkonde des brieves med onsen seghel beseghelt. Ghegheven int jaer ons Heren M CCC ende vijf ende twintich des sonnendaghes voer sente Servaesc dach.
Per dominum comitem, dominum de Yselsteynd et dominum Symoneme bastaerd.