Gijsbrecht heer van IJsselstein en zijn zoon Arnoud van IJsselstein, ridders, beloven op advies van graaf (Willem III) dat zij trouwe raadslieden zullen zijn voor heer Jan III van Diest, bisschop van Utrecht, en dat zij hun best zullen doen de vrede tussen bisschop en graaf te bewaren.
Heere Gijsbrechta ende heere Airnt van Yselsteyne etc.b alse raden des biscops van Utrecht.
Een streep door het begin van de tekst.
Vgl. het volgende nr. UT 69.
c Allen den ghenen die desen brief zullen sien jof horen lesen, wi Ghisebrecht here van Isselstened ende Aernoude van Isselstenef zijn soen, riddren, saluit ende kennesse der wareit. Wi maken cond ende kenlic allen luden dat wi gheloeft hebben ende gheloven in goeden trouwen trouwelike te radene ende te wizene onsen lieven here mijn hereg Jan van Diest, bisscop tote Utrechth, tote zinen scoensteni,tote zinen bestenj, tote zinek eere ende tote zirel oerbaer ende zijns lands, bi rade van onsen lieven here mijn here den grave van Henegouwenm enden van Hollando, zonder alre hande archlist; ende noch meerp zo sullen wi altoes pinen over een te houdene ende in goeden rusten onsen twee heren, mijn here de bisscop ende mijn here de grave vorscreven.
In orconde desen brieve beseghelt met onsen seghele. Gheghevenq in Middelburchr des woensdaghes na sinte Barnabas dach int jaer ons Heren M CCC vijf ende twintichs.
Per dominum comitem.