Graaf Willem III bevestigt ten overstaan van enkele leenmannen de schenking door Jan heer Arnoudsz. van Heukelum aan diens echtgenote jonkvrouw Clementia, dochter van heer Hubrecht van Schoonauwen, van het gerecht en de tiende van 15½ hoeve lands geheten Bolgerijen.
Jonfrou Clemense van Scoonhouwen.
Vgl. nr. UT 104, alsmede aldaar de kopnoot.
Wi Willaema grave etc. b maken cond etc. dat Janc heren Arnouds f. van Hoekelemd met onser hand ghemact hevet joncfrouwe Clemensen sinen wive, heren Hubrechts dochter van Scoenhouwen, toit hore lijftochte dat gherechte ende tiende van zeventiendalve hoevee lands, ende den tijnsf van elker hoeven I Enghelseg, wilc land ghehieten es die Bolgherie, in wilker lijftochte voirs. wi gheloven joncfrou Clemensen voirscreven te houden als wi sculdich sien te doene na sede ende custume van onsen lande. Hier over waren onse ghetrouwe lude ende manne hair Zueder van Vyanen, ridder, Jan van Arcle ende Willaemh van Duvenvoirdei onse ghetrouwe camerlinc.
In orkonde etc. Ghegheven in die Haghe op sinte Marien Magdalenen avond int jaer ons Heren M° CCC zeven ende twintich.