Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A UT_K_X025v_110_1 B UT_G_X020v_110_1

A: AGH 402 (klein register Utrecht), f. 25v, nr. 108 (1327 okt. 10-1328 mei 16).
Opschrift:

Hubrecht Schencke.

B: AGH 401 (groot register Utrecht), f. 20v, nr. 108 (wrs. 1336 mrt. 14-ca.1340 mrt., naar A).
Opschrift:

Hubrechta Scenke.

Het goed te Acquoy is moeilijk te rijmen met een belending in Rijplikerwaard, dat bij IJsselstein ligt. Het is evenwel niet duidelijk waar de fout zit. Kort, Repertorium Cuykse lenen, gaat uit van Acquoy, zonder deze belending te noemen.

Zie de kopnoot bij nr. UT 104.

Wi Willaemb grave van Heynnegouwenc etc. maken kond etc. dat wi onse twie hoeven lands die gheleghen zien int gherechte van Achoyen, ende ane die neder zide van der ere d hoeve zoe es gheland Jan van Hensberch ende ane dovere zide Ghisebrecht van Cats, ende die ander hoeve hevet beleghenf beneden Jan van Hensberch voirs. met zinen lande ende hairg Boudekijnh van Avezate boven met zinen lande ende onse ses ende twintichs talfi morghen lands in Rippickwardj, ghegheven k ende gheven hebben met desen brieve Hubrechtl Scenke, onsen trouwen knape, ende zinen nacomelinghen van ons ende van onsen nacomelinghenm te houden ten rechten erfliene.

In orkonde etc. Ghegheven te Dordrechtn des manendaghes na sinte Jacobs dach int jaer ons Heren o XXVII°.

[Dienstaantekening:]

Per dominum comitem et Willelmump de Duvenvoirdeq.

a
Hubr. B.
b
Will. AB.
c
Heynn. A; van Heynnegouwen ontbr. B.
d
hier zide, geëxpungeerd B.
e
verbeterd uit die neder, waarbij het tweede woord onderstreept is B.
f
gheleghen B.
g
here, boven de regel toegevoegd B.
h
Boudek. AB.
i
twintich talf, het tweede woord boven de regel toegevoegd B.
j
Rippick'ward A. Rispik' ward B.
k
hier en in de volgende regel om een scheur in het perkament heen geschreven B.
l
Hubrech B.
m
van ons ende van onsen nacomelinghen ontbr. B.
n
Dordr. AB.
o
hier M° CCC° B.
p
Will. AB.
q
Duven. B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Hubrecht Schenk, knaap