Graaf Willem III gelast zijn baljuws en rechters van Noordholland, Zuidholland en Woerden en de andere gezagsdragers in zijn land dat zij drie met name genoemde kanunniken van Sint Pieter te Utrecht ongestoord de inkomsten laten innen uit de in hun ambtsgebieden gelegen landen, tienden en renten van die kerk, en hen daarbij te helpen wanneer zij daarom vragen, omdat hij niet wil dat vanwege welke oorlog ook de bisschop en de inwoners van stad en Sticht van Utrecht op eneigerlei wijze worden geschaad.
In de marge enkele half uitgeveegde penoefeningen.
Die van Sinte Pieters tUtrechta.
Wi Willemb gravec etc. ombieden allend onsen baliuwen ende rechters van onsen lande van Noirthollande, van Zuythollandf, van Wourden ende anders heerscappeg onder ons ende in onsen lande wonende in wes bedrive jof gherechte dat goedshuys van Sente Pieters kercke toit Utrecht eenich land, tiende, renten jof anders goed legghende heeft, ende bidden anders onsen vrienden die omme onsen wille doen willen ende dair si goed onder legghende hebben, dat si heren Baudwijn van Songnies, heren Willemh van Leyden ende heren Janne van Leyden onsen trouwen capellain, canoniken van Sente Pieters kerke voirs., jof den eenen van hem drien, tote hoire behoif ende hoire ghesellen die onse vriende sien uyt den voirseyden goedshuse, of uyt onsen lande gheboren, al des goets ende der renten voirscreven, zoe wair si in onsen lande ofte elwair gheleghen zijn, vredelic laten ghebruken ende rustelic innemen sonder enichi letten dair an te doene, ende horen oirbair mede te doene als hem best dencken sal tote hoirre behoef ende hoirs goedshuys voirs., ende hem dair in voirderen ende helpen wanneer sijs begheren; ende dat si des niet en laeten, want wi niet en willen dat ommej yemans oirloghen wille dat yemant uyt onsen lande of van onsen mannen of vrienden hebben mach jeghens den bisscop jof der stat van Utrechtk of jeghens yemant ute den Ghestichte van Utrechtl, jof omme anders oirloghe, van wien of tuschen twien dattet roert, hem luden noch horen landzaten eenighe scattinghe, scade, brand jof lette ghedaen wordem an horen goede ende renten voirscreven.
Ghegheven toit Sente Gheerden berghe des woensdaghes na onser Vrouwen dach mid oichste int jair ons Heren M CCC° twee ende dortich.
- graaf Willem III
- Noordholland
- Zuidholland
- Woerden
- Sint Pieter te Utrecht
- heer Boudewijn van Soignies, kanunnik van Sint Pieter
- heer Willem van Leiden, kanunnik van Sint Pieter
- heer Jan van Leiden, grafelijk kapelaan en kanunnik van Sint Pieter
- bisschop van Utrecht
- stad Utrecht
- Sticht Utrecht
- Geertruidenberg