Graaf Willem IV neem de abt en alle bewoners en goederen van het convent van Ter Doest in zijn bescherming, en beveelt alle ingezetenen van zijn landen de genoemde personen en goederen ongemoeid te laten.
Den abdt ende convent vander Does.
Vgl. nrs. WI 43-44.
Blijkens de datering gegeven door Muller, Reg. Hann., was de originele oorkonde mogelijk in het Latijn gesteld.
Wi Willaem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden dat wi onsen goeden vriend den abt van der Does, sijn convent, sine monike, sine converse, sine knapen, sine boeden, sijn ghesinde ende alle dat goed dat sinen goedshuse toe behoert ghenomen hebben ende nemen in onse zekere bescermte in onsen lande. Ende ombieden allen den ghenen die in onsen lande wonen, in soe wat state si oic sien, dat si den abt van der Does ende sijns goedshuys goed ende alle die ghene die hem toe behoeren alst voirscreven es onghemoyet ende in rusten laten; ende wair dat zake dat dair yemend jeghens seyde jof dede, dat souden wi hem also doen ontghelden dats hem dair nair een ander hoeden soude.
Ghegheven in Middelburchb des sonnendaghes na sinte Pieters dach ingaende oichste int jair ons Heren M° CCC° acht ende dortich.