Graaf Willem IV doet uitspraak in een geschil tussen heer Raas van Kruiningen en diens broer Jan Jans van Kruiningen over de 90 pond groten die heer Raas nog tegoed zou hebben van diens vader heer Gillis van Kruiningen, in welke kwestie de leenmannen niet tot een oordeel konden komen, en hij bepaalt dat Jan aan heer Raas vóór mei e.k. 50 pond groten zal betalen.
Here Raese van Cruninghen.
De datering 'zaterdag op sint Laurensavond' geeft een probleem, omdat het feest van sint Laurens, 10 augustus, in 1338 op maandag viel, en sint Laurensavond, 9 augustus, dus op zondag. Het is derhalve onduidelijk of zaterdag 8 of zondag 9 augustus is bedoeld. Zie ook nr. WI 49.
Wi Willaem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden dat here Raes van Cruninghe hem becroende dat here Gillijs van Cruninghe, sijn vader, hem sculdich bleef van sinen huweliken goede van neghen jaren elcs tsyaers tien pond grote, dat comt tneghentich pond grote, ende eyschede dair of Janne Jannen van Cruninghen, sinen broeder, sijn aendeel alst hem ane quam. Des si beyde bi wilcore te vonnisse quamen voir ons in Middelburchb, wilc vonnisse ghevraghet was Colijn ser Pieters soen, die hem beriet mitten mannen, dies niet overeen en droeghen, also dat dat vonnisse weder an ons quam; ende omme dattet nauweste recht tuschen hem twien niene dochte, soe bleven sijs beyde in onse segghen in vriendelicheden, op ene pene van tneghentich pond grote. Also dat onse segghen es dat Jan heren Raessen betalen sal sijn aendeel van vijftich pond groten als men dese bede innen sal, dat es te weten die ene helfte te Kersavondec ende die ander helfte binnen meye naest comende; ende hier bi segghen wise van deser zaken onderlinghe vereffent.
In orconde etc. Ghegheven te Zierixzee des saterdaghes op sinte Laurens avonde int jair ons Heren M° CCC° acht ende dortich.
Per dominum Wolferdumd et Bollairdum.
e S(igillavit) F. de Haemstedef.