Graaf Willem IV beleent Jan Witten Jansz. met het roepambacht van de vierschaar in Beoosten Schelde en met een paar kleren per jaar, uit te reiken door de rentmeester van Beoosten Schelde, en bepaalt dat Jan vanwege dit ambt met een paard en een knecht in de grafelijke herberg zal verblijven wanneer hij of zijn vertegenwoordiger in Beoosten Schelde recht spreken of land inspecteren.
Jan Witten zone leen.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Willaem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden dat wi verliet hebben ende verlien voir ons ende voir onse nacomelinghe ten rechten liene Jan Witten Jans sone ende sinen nacomelinghen onse roepambocht toit onser vierscare Boystersceltb in Zeellandc, in manieren dat hi hebben sal alsulc recht als dair toe behoirt ende anders upeyschers gehadt hebben, ende een pair cleder tsyaers van onser weghen bi onsen rentemeyster van Boysterscelt die nu es of namaels wesen sal tote elken Bamissed, of alse onse rentemeyster voirs. van onser weghen cleden sal onse boden Boysterscelt; ende wanneer e of anders yement van onsen weghen Boysterscelt te recht sitten of omme onse scout riden, soe sullen wi Janne voirs. of sinen nacomelinghen die dit ambocht hebben sullen doen delivereren met enen pairde ende met enen ghersoen in onser herberghen, als wi anders onse knapen doen die met enen pairde tote onsen hove onthouden sien.
In orconde etc. Ghegheven in die Haghe op sente Mathijs dach int jair XXXVIII°.
Per dominum Theodericumf de Brederoede et Egidium Petri.
g S(igillavit) F. de Haemstedeh.