Graaf Willem IV belooft aan Boudewijn en Hugo, zoons van Willem Jansz. uit Duiveland, en hun helpers enerzijds en Pieter Kervinksz. en diens helpers anderzijds, die zich met zijn toestemming onderling hebben verzoend, dat hij hen niet zal aanspreken op de misdrijven die gedurende hun geschil zijn gepleegd jegens hem, behalve die van de helpers die zich aan de zoen niet willen onderwerpen; en wanneer iemand de zoen verbreekt, dan zal hij alle misdrijven jegens hem beboeten, zowel de al gepleegde als de nog komende.
Roerende een versoeninge.
Een streep door het begin van de tekst.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Willem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond etc. Wand Boudijn ende Hughe, Willemb Jans zoens kinder uut Duveland, ende hore hulpers op die ene zide ende Pieter Kervinx zone ende sine hulpers op dander zide bi onsen goeddenken onderlinghe versoent sien, soe gheloven wi hem ende horen hulpers die met hem zoenen niet te vermanen van enighen broken die si dair of jeghen ons misdaen hebben, also langhe als si die zoene witteliken houden; mer wair yemand van horen hulperen die in die zoene niet wesen wilde, dair of wilden wi onse verboernesse hebben ende also doen ontghelden dat si wisten dat ons leet ware. Ende ware oec hore enich van den partien voirscreven die ymmermeer dat soendinc brake, soe souden wi al onse verboernesse hebben, beyde die ons nu verscenen is ende die verboernesse die si danne verboerden.
In orconde etc. Ghegheven tot Sinte Gheerdenberghc des donresdaghes na sinte Ponsyaens dach int jair XLI°.