Schepenen van Zierikzee verklaren dat Manne Mannenz. ten overstaan van hen een nader omschreven hofstede ten behoeve van de graaf heeft verkocht aan Boudewijn Jansz., rentmeester van Beoosten Schelde, in recht eigendom en vrij van alle lasten.
Boudijn Jans z. rentmeester Beoesterschelt in Zelanta.
Een streep door het begin van de tekst.
Wi Domaes Machiels sone, Pieter Heynricb Yen, Domaes Pieter Eppen soen ende Willaem Clais soene, scepen in Zierixe, orkonden ende kennen dat Manne Mannen soen vercochte ende verghichte in rechten eyghendoem Boudijn Jans zoen, rentemeester Beoestender Scelt in Zeelant, tot ons heren sgraven behoef ene hoefstedec om die halle op staet binnen desen lantghemerken: die Volrestrate zuyt of, Pieter Hannen zoen west of, onse hered die grave noirt of ende oest of, om ene somme van ghelde die Boudijn van ons heren sgraven weghen hem Mannen te vollen vergouden heeft, als hie voer ons gheghiet heeft; ende hi heefter hem tot ons heren sgraven behoef waerscepe of beloeft te doene te vollen rechte, ende allen commer of te doene diere op ghewesen heeft voir den daet van desen f brieve.
In orconde etc. Ghegheven des manendaghes na sinte Liclais dach int jaer XLII.
- Domaas Michielsz., schepen van Zierikzee
- Pieter Hendrik Yen, schepen van Zierikzee
- Domaas Pieter Eppenz., schepen van Zierikzee
- Willem Nicolaasz., schepen van Zierikzee
- Manne Mannenz.
- Boudewijn Jansz., rentmeester van Beoosten Schelde
- Zeeland
- graaf (Willem IV)
- Vollerstraat (Zierikzee)
- Pieter Hannenz.