Graaf Willem IV vergunt Vrouwelijn, echtgenote van zijn bastaardoom Hendrik (Immezoetenz.), dat zij van het jaargeld van 200 pond Tournois uit de windmolen en de watermolen van Reimerswaal, waarmee hij Hendrik beleend heeft, na diens dood voor de duur van haar leven 50 pond jaarlijks zal ontvangen.
Vrouwelijn Heynrica bastairds wijf.
Vgl. het voorafgaande nr. WI 122.
Willem grave van Hennegouwenb etc. maken cont allen luden dat wic Vrouwelijn, Heynricd ons bastairds oem ghetrouwede wijf die hi nu heeft, alsulke gratie ghedaen hebben ende gheven mit desen brieve: waer dat zake dat sie langher levede dat Heynric voers., dat si van den IIC lb. Tornoysef tsyairs die wi hem ghegheven hebben in rechten lene van ons te houden, ende bewijst hebben op onse watermolen ende op onse wintmolen te Remerswaleg, ghebruken zal also langhe als si levet vichtich lb. Tornoyseh tsyairs, ende die ontfaen jaerlix bi ons rentemeysters hant van Bewester Scelt in Zelant die dan ter tijt wesen sal.
In orconde etc. Ghegheven te Serixe des saterdaghes voer sinte Katrinen dach int jaer XLIIII.