Graaf Willem IV vergunt zijn kamerling heer Willem van Duivenvoorde, heer van Oosterhout, dat wanneer deze overlijdt zonder wettige zoon diens onwettige zoon heer Willem voor de duur van diens leven zal worden beleend met de ambachten die heer Willem in leen houdt in Capelle en Nieuwerkerk aan den IJssel alsmede met de wijnroede in Dordrecht.
Willaem van Duvenvoirde heer van Oosterhout.
Een streep door het begin van de tekst.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Willem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden dat wi heren Willaem van Duvenvoerde, here van Oesterhoutb, onsen trouwen camerlinc, omme menighen trouwen dienst die hi onsen lieve here ende vader, dair God die ziele of hebben moet, ende ons ghedaen heeft ende noch doen sal, alsulke gratie ghedaen hebben: waert dat here Willem voirs. storve sonder wittachtighen sone na hem te latene, dat alsulc ambocht als here Willem voirnoemt nu van ons hout ter Capellen ende ter Nuwer kerckenc up die Ysele ende die vergierroede binnen onser poirte van Dordrechtd comen souden na heren Willems doot voirs. up heren Willem sinen sone, den bastaird, van ons te houden te liene te sinen live.
In orconde etc. Ghegheven tote Antwerpen op sente Pieters dach in den winter int jair ons Heren M° CCC° neghen ende dortich.
e Her Willemf zijn zone nunc habet ambocht noch roede.
Per dominum comitem ad relationem domini W. de Outshoirne et magistri Nicolaig Stuuc. S(ignavit) R. Vlec.
h S(igillavit) F. de H.
- graaf Willem IV
- Henegouwen
- heer Willem van Duivenvoorde, heer van Oosterhout, kamerling
- graaf Willem III
- Capelle aan den IJssel
- Nieuwerkerk aan den IJssel
- poort van Dordrecht
- heer Willem, onwettige zoon van heer Willem van Duivenvoorde
- Antwerpen
- heer Willem van Oudshoorn
- meester Nicolaas Stuuc
- Richard Vlec
- Floris van Haamstede