Graaf Willem IV doet uitspraak in een twist tussen abdis en convent van Loosduinen enerzijds en Jan Egbertsz. anderzijds, en bepaalt na een eed door vier met name genoemde kloosterlingen dat Jan ten onrechte aanspraak maakt op een erfelijke prebende in het klooster ter onderhoud van hemzelf, een dienaar, twee paarden en twee windhonden.
Cloester van Loesdunen.
Een streep door het begin van de tekst. – Degene die in het register de teksten nummerde schreef hier abusievelijk 160 in plaats van het correcte 170, zodat de nummers 160-169 twee maal voorkomen.
Willaem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden. Want een twi was tusken der abedissen ende den ghemenen covent van Loesdunen op die ene side ende Jan Egghebrechtsb soene op die ander side, ende Jan voirs. eyskende was ene erflike provende te hebben binnen den cloester van Loesdunen, hi met enen knechte, met twien paerden ende met twien winden, dair sijs van beyden siden an ons of ghebleven sien, op ene pene van hondert pond Hollandsc die onse segghen niet en helde, dair wi onse segghen of uten in deser manieren: dat die abedisse ende twie vrouwen ende een convaers van den covente voirs. zweren soude ten heyleghen dat Jan Egghebrechtsd voirs. noch sine ouders nie recht dair toe en hadden noch en hebben erflike; ende dat zwoeren voir ons te heylighen ver Katrinee van Abbenbroec, abedisse, verSoete van Emelisse, ver Ermegairt van Zijle, nonnen, ende broeder Pieter convaers in derf abedien voirs., ende dair mede segghen wi dat die abedisse ende dat covent van Loesdunen quits sullen wesen van den voirs. eysken dat hem Jan voirs. eyskende was voir hem ende voir sine nacomelinghe.
In oirconde etc. Ghegheven in die Haghe des manen daghes voir sente Katrineng dach int jair XXXIXo.
Per dominum Iohannemh de Polanen et Iohannemi Moelnairj. S(ignavit) Henricusk Hamerl.
m S(igillavit) F. de Haemsteden.