Graaf Willem IV vergunt Sibrand Rutgers neef, een vrij man, dat wanneer diens zoon Allard, die zich vanwege zijn huwelijk in onvrijheid heeft begeven, zonder wettig nageslacht (sterft) vóór Sibrand, dat deze voor de duur van diens leven Allards goederen mag hebben, en dat na Sibrands dood de helft daarvan aan diens erfgenamen komt en de andere helft aan de graaf.
Zibrande Rutgers.
Een streep door het begin van de tekst.
Wi Willaem ..grave van Heynnegouwena etc. maken cond allen luden dat wi Zibrande Rutghers neve, die een vri man es, sulken gratie ghedaen hebben omme dienst dien hi onsen bailiu ghedaen hevet van Rijenland ende noch doen sal: waer dat sake dat Allairt sijn soen, die hem met sinen wive verdiet hevet, sonder wittachtich kint b eer Zijbrant sijn vader voirscreven, dat Zijbrant sijn goet nemen soude ende behouden toit sine live bi weten ons rentemestersc van Noirthollandd, ende na Zijbrands doet soe soude diene helfte van den goede ane ons comen ende die ander helfte soude bliven Sijbrands erfnamen.
In oirconde etc. Ghegheven in die Haghe des sonnendaghes voir sentee Andries dach int jair XXXIXo.
Per dominum presentibus domino Arnoldof de Haemstedeg et Gerardh Heynen soenei.
j S(igillavit) F. de Haemstedek.