Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Graaf Willem IV gelast dat het land in het achtste deel van Zwijndrecht dat hij aan meester Tielman, zoon van Jan heer Gillisz., heeft verkocht, moet worden opgemeten.

MNW s.v. avelinge: 'de strook lands ter zijde van den dijk, die bij den dijk behoorde, en door de dijksloot van de aangrenzende akkerlanden was afgescheiden'.

Vgl. nr. WI 282, alsmede nrs. WI 283, 284 en 286.

Willem ..grave etc. maken cond allen luden dat men dat land dat gheleghen es in Zwindrecht^b binnen onsen achtendeel^c dat wi nu meester Thielman^d Jans heren Gillijs f.f. vercoft hebben, dat men hem dat ane meten sal van den eersten te lande, dat is te verstane dair die eerste avelinghe van den dike scoirt.

In orconde etc. Ghegheven tDordrecht^e des vrydaghes na sinte Margrieten^f dach in jair XL^o.