Graaf Willem IV bepaalt, na overleg met heer Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, en met de overige leden van zijn gemene Raad, dat alle stroomafwaarts te Dordrecht aangevoerde wijn aldaar acht dagen opgeslagen moet blijven, behalve wanneer die verkocht of overgeladen wordt, en met uitzondering van wijn gekocht te Keulen of stroomopwaarts door inwoners van zijn vrije steden, alsmede alle wijn die dient voor eigen gebruik of die met andere privileges vrijstelling krijgt.
Dordrechta.
In de marge door andere hand: Dordrechtb winec.
De onderstaande datering 'dinsdag na sint Catharinadag' is mogelijk corrupt; zowel Niermeyer (naar de originele oorkonde) als Van Mieris (naar 'MS Privilegien van Dordrecht, pag. 157. vers. Gecollationeert met het perkament MS. van Coninck Willem, pag. 49 vers.') geeft hier 'woensdag'. De verwarring omtrent de datering in het register WI hangt mogelijk samen met het volgende nr. WI 317; zie aldaar.
In onderstaande tekst zijn enkele blijkbaar betere lezingen uit de edities van Van Mieris en van Niermeyer (de laatste bestaande uit een regest met inlassing van enkele tekstfragmenten) in de voetnoten opgenomen. – Niermeyer geeft de dienstaantekening op het origineel: Per dominum comitem, presentibus dominis de Bellomonte, de Erkel, de Mourmont, de Merwede, Th. Muelnare et pluribus aliis de Consilio domini. S(ignavit) R. Vlec. S(igillavit) Th. de Matthenisse.
Willem grave van Heynnegouwend etc. maken cond allen luden dat wi bi ghoeden versiene ende wel beraden mit onsen lieven oem heren Janne van Heynnegouwene, here van Byaumond, ende mit anders onsen ghemenen Rade over een ghedraghen sien, omme nutscap ende oirbair ons selves ende onser stede van Dordrechtf, ghegheven hebben ende gheven voir ons ende voir onse nacomelinghe onsen lieven ende ghetrouwen poirteren ghemenliken van onser stede voirs. ende horen nacomelinghen, omme menighen trouwen dienste dien si ons ende onsen ouders ghedaen hebben ende g noch doen zullen, dat alle wijne die van boven neder comen zullen legghen zullen ende merren VIII daghe binnen onser stede van Dordrecht, het en ware dat si hier binnen vercoftenh of verwinden wouden mitten windaese of mitten craen. Hier of hebben wi uutgheset alsulke wine als onse lude van onsen vryen steden boven uut lanti ter overster marct te Coelne of dair boven copen sullen; die sullen varen elc tot sijnre stede dair hi wonachtich es, sonder tDordrecht yet te letten, het en ware dat zijt doen wouden. Vort hebben wi uutgheset alsulke winen alse hueren provanchyj toe behoeren ende ander winen die wi mit onsen open brieven oirloven zullen, sonder archlijst; ende onse poirters van Dordrecht en sullen hier in niet meer vryheden hebben dan vreemde coeplude. Ende dit sal gheduren tot onser of tot onser nacomelinghen wederzegghen.
Ghegheven in den Haghe des dinxendaghes na sinte Katerinen dach anno XLIIo.