Graaf Willem IV geeft Wouter Clinkaard toestemming tot verkoop in vrij eigendom van 6 nader omschreven morgen land in het ambacht Bodegraven, welk goed deze van hem (in leen) houdt.
Ten eygen Wouter Clinckairt.
De datering van onderstaande oorkonde geeft 'maandag na sint Nicolaas'; in 1339 toen die feestdag op maandag viel, zou dat zijn te herleiden tot 13 december – dat is sint Luciendag. Graaf Willem IV vaardigde evenwel een aantal oorkonden te Haarlem uit op 6 december (zie nrs. WI 356-360). Uit zijn itinerarium blijkt voorts dat hij op 8-10 in Den Haag was, en daarna op reis ging naar Henegouwen. In onderstaande datering zal derhalve waarschijnlijk een vergissing zijn begaan; deze is wel te lezen als 'maandag op sint Nicolaas'.
Willem grave van Heynnegouwena etc. maken cond etc. dat wi gheoirloeft hebben te vercopen Wouter Clinkairt VI morghen lants te vryen eyghen die hi van ons helt, die gheleghen zien in den lande van Woirden binnen den ambochte van Bodegraven, ende up die oestzide beleghen heeft Lijsebetb Martijns mit horen kinderen ende up die westzide Hannekijnc Heynen sone, streckende van Vronemade in den Rijn; van wilken lande voirscreven wi gheven enen vryen eyghendom met desen brieve soe wie dattet Wouter voirs. vercoft heeft jof vercopen d, zonder archlijst.
In orconde etc. Ghegheven te Hairlem des maendaghes na sinte Niclays dach int jair XXXXIXo.
Per Egidium de Cralinghee et Gherardumf Heynen f.
g S(igillavit) F. de Haemstedeh.