Graaf Willem IV beleent heer Nicolaas Tengnagel voor de duur van diens leven met een jaarrente van 50 pond Tournois, uit te keren uit zijn schatkist.
Leen ten lijve heren Claes Tegnagel.
Een streep door het begin van de tekst.
Deze oorkonde is ook afgeschreven in het register Gelre van graaf Willem III, op het lege laatste blad; zie aldaar onder nr. GE 58. Varianten uit die kopie zijn in onderstaande tekst geannoteerd onder het sigle C.
Willema grave b etc. maken cond allen ludenc dat wi ghegheven hebben ende gheven heren Claysd Tengnaghel tot sinen live te leene van ons te houden vijftich pond Tornoysee des jaers, welke renten wi hem ghelovenf te betalen alle jaere uut onsen cofre, diene helft teg sinte Jehansh misse naist comendei ende die ander helft tej Kersavontk l nastm volghenden, ende also alle jare vort alsoo langhe als hi levet.
In orkonde etc. Ghegheven tep Tieleq XVIIo daghe in decembre int jaer r XLIIIIo.