Jacob van Ware en Dirk van Zuuk, schepenen van Medemblik, verklaren dat ten overstaan van hen Broeder Broedersz. van Medemblik de eigendom van een nader omschreven erf, geheten de Werf, 'met een schoen' heeft opgedragen aan graaf (Willem IV).
Leen; updracht den grave Broeder Broeders z. van Medemblick.
De tekst is doorgestreept met een dunne haal.
Mogelijk moet voor scoe worden gelezen hantscoe. De handschoen kon worden gebruikt als symbool voor een betaling bij overdracht van onroerend goed of bij overgang van lenen, of bij de overdracht van een bevoegdheid (MNW s.v. scoe, 1a).
Jacob van Ware ende Dirc van Zuuck, scepen in Medemleec, maken cond allen luden dat vor ons quam in onser antworde Broeder Broeders sone van Medemleec, up droech ende quite scout den eyghendom van dien erve dat es legghende tuschen Folpert Pieters sone ende Hiddekijn Hadden sone ende dat ghehieten es die Werfe, mid eenen scoe, onsen lieven here den ..grave van Hollanda.
In orkonde desen brieve bezeghelt med onsen zeghelen. Ghegheven int jaer ons Heren Mo CCCo vive ende viertich, des satersdaghes na onser Vrouwen daghe assumptio.