Graaf Willem IV staat de poorters van Staveren tot wederopzeggens toe dat zij voor hun schepen bemanningsleden van elders mogen werven en neemt dezen in bescherming bij hun tochten in zijn land, vooropgesteld dat zij zich niet misdragen en zij zich schikken naar de aldaar geldende heffingen en rechtspleging.
Noch Staverena.
Willem grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. Want c onse scepen van onser stat van Staveren ons ghetoent hebben dat onse porters van onser stat voirs. die scepe hebben dair si mede in hueren comanscepe ende oirbair pleghen te varen, niet ghewinnen en connen binnen onser stat voirs. also veel knapen alse hem luden behoeven in hueren scepen, soe hebben wi gheoirloeft ende orloven onsen poirteren voirs. die scepe hebben of hebben zullen dat si met hem luden in hueren scepen tot hueren knapen, zijnt Oistvriesen zijnt anders lude, mit hem luden ontfaen ende nemen moghen die goede knapen zijn; ende alsulke knapen alse onse poirters voirs. met hem luden ontfaen ende nemen zullen in hueren scepe, die hebben wi ghenomen ende nemen in onsen bescermted rustelike doir onse lande te varen ende te keren, also verre als si in onsen lande niet en misdoen ende si betalen ende pleghen alsulcs rechts alse in onsen lande gheleghen es, zonder archlijst. Dit zal gheduren tot onsen wederzegghen.
In orconde etc. Ghegheven in den Haghe up sinte Katerinene dach anno XLIIo.