Graaf Willem IV bevestigt de schenking door heer Otto van Wijngaarden, ridder, aan diens echtgenote vrouw Arlende van een lijftocht bestaande uit 30 kleine guldens jaarlijks uit diens weiden en akkers te Friemersheim, welk goed heer Otto van hem in leen houdt.
Lijftocht vrouwe Airlent, her Otten van Wijngaerdena sinen wijve.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Willaem grave van Heynnegouwenb etc. maken cond allen luden dat hair Otte van Wijnghaerden, ridder, onsen trouwen man, bi onser hand ghemaect hevet vruwe Airlent, zijnen wive, toet hoerer lijftochte XXX cleyne ghuldine tsyaers, die hi van ons te liene hout ende die hi ons bi sijnen brieve bewijst hevet tote Vrymerschem ane wisen ende ane ackerenc, also als hijt van ons houd; in wilker lijftochte voirs. wi gheloven veren Airlendend te houden als wi sculdich siene te doene.
In orconde f. Ghegheven tot Sinteg Gheertruden bergheh op den sevenden dach van maerte int jair viertich.