Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A WI_G_X089r_559_1

A: AGH 218 (groot register Willem IV), f. 89r, nr. [554] (primaire registratie).

Nrs. WI 559-564 zijn genoteerd op een afzonderlijk katern van kleine afmetingen, dat tegenwoordig achter in het grote register Willem IV is ingeplakt. Gezien de wisselingen van schrijfhanden betreft dit een primaire registratie. Voor zover zichtbaar heeft alleen de laatste optekening een contemporain volgnummer; voor de (tussen rechte haken toegevoegde) nummering van de voorafgaande teksten is daarvan teruggeteld.

Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 283.

Het is twijfelachtig of deze uitspraak ooit is uitgevaardigd in de vorm van een oorkonde.

Dit is tsegghen heren Dirx van Brederodea, heren Willaems van Outshorn, heren Florijsb van der Boechorst, ridderen, ende Gherardc Alewijns soens van sgraven weghen van Hollandd tusken den here van Abcoude ende sinen luden van Dorsken venee ende van Corte hoeven op diene zijde ende heren Amelijs van Minnenf ende sinen luden van der Loesdrechtg op die ander zijde.

In den eersten salmen meten uuter Loesdrecht tote an den pale die ghesteken is twisken die van Loenre vene ende die van Dorsken vene hoe menighe roede dat draghet dair die van Loesdrecht dwers an coemen.

Item selmen meten uutter Drecht Jan Ossen land op vijftich roeden corter dan die mate ghedraghet twisken der Drecht ende den pale van Dorsken vene voirscreven, ende dair enen pael te setten, ende dat rae recht te gaen van den enen pael op den anderen voirscreven tote an dier sceydinghe van die van Goyland; ende dit salmen meten mitter roede van Loenen.

Vort sullen alle die ghene die nu ghesayt hebben jof nu turf ghedolven hebben dit jair toe comende hair zadinghe ende hair turf ghebruken, ende dair tenden elken menske sijn land te ghebruken alse vorscreven is; ende te desen oeste sel elc heer sinen tiende hebben dairt sijn lude dat coern hebben, ende dair tenden sel malc bliven mit sire tienden binnen den pale als voirscreven is.

Item segghen wi ene alinghe soene tusken die van der Loesdrecht op diene zijde ende die van Dorsken vene ende van Corte hoeven op dander zijde van allen parlamente dath si onderlinghe ghehadt hebben tote desen daghe toe omme desen veen voirscreven.

Vort, quame enich stoet in desen segghen, dat houden wi tote ons heren sgraven verclaersinghe.

Gheseyt te Dorsker vene des vrydaghes na sinte Bonifaes dach int jair XLIIo.

a
Breder. B.
b
Flor. B.
c
Gher. B.
d
Holl. B.
e
Dorskē | vene B.
f
Minnē B.
g
Loesdr. B; deze afkorting hierna niet meer aangegeven.
h
hier en hierna delen van letters verdwenen in een vouw in het perkament B.
Oorkonder: heer Dirk van Brederode, heer Willem van Oudshoorn, heer Floris van der Boekhorst, ridders, en Gerard Alewijnsz.
Destinataris: de heer van Abcoude en zijn lieden van Dorserveen en Kortenhoef enerzijds en heer Amelis van Mijnden en zijn lieden van Loosdrecht anderzijds