Graaf Willem III geeft de poorters van Oudewater toestemming om lieden van buiten Holland als poorter op te nemen, mits dezen goede knapen zijn, maar met uitzondering van lieden uit grafelijk land of uit land van 's graven broer Jan (van Beaumont).
Die stede van Oudewater.
In de marge, door een contemporaine hand: Oudwater.
Wi Willaema ..grave etc. maken cond allen luden dat wi onsen lieven ende ghetrouwen porters van Oudewater sulke gratie ghedaen hebben dat wi oirlof hebben ghegheven ende gheven porters tontfane oic wane dat si sien woenachtich buten onsen lande, des si goede knapen sien, ende die sullen sulker vryheden ghebruken alse onse porters voirs. die binnen onser porte wonen van Oudewater; ende zi en sullen nyemand ontfaen die erghent binnen onsen lande woent jof binnen ons lieves broder land heren Jans. Ende dit sal gheduren tot onsen wedersegghen.
In orconde etc. Ghegheven in die Haghe des dinxendaghes na sinte Matheus dach int jair XXIIIIo.
Per dominum Zudensemb, Symonc de Bentemd.