Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B WO_G_X009r_063_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 398 (groot register Woerden), f. 9r, nr. 63 (na 1336 aug. 22-wrs. vóór ca. 1340 mrt., naar A).
Opschrift:

Heere Jan, Gijsbrechta ende Harmanb van Brandenburch gebroederen.

Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 149.

Wi Willaemc ..grave etc. maken cond allen luden dat wi nemen in onse gheleyde ende in onse bescermen heren Janne van Brandenburch, Ghisebrecht ende Harman sine broeders ende hore mesnide ende hair goed, te varen ende te keren in allen onsen landen vrylicd, ende ombieden allen onsen bailiuwen ende bidden allen onsen goeden luden van onsen lande zoe wair dat si jof hair boden jof hair goed comet dat si vorderlic ende ghehulpich sien omme onsen willen. Ende dit gheleyde voirnoemt ende dit bescermen sal in gaen te Pijnstren naest comendee ende sel gheduren twie jair dair nair staende, behouden ons rechts, ten ware dat wijt hem hier binnen wederseyden.

In orconde etc. Ghegheven in die Haghe des eersten sonnendaghes na Paeschen int jair ons Heren Mo CCCo ses ende twintich.

[Dienstaantekening:]

Per Willelmusf camerarius.

a
Gijsbr. B.
b
H’man B.
c
Will. B.
d
ende hair goed ... vrylic op rasuur B.
e
11 mei 1326.
f
Will. B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: heer Jan van Brandenburg en zijn broers Gijsbrecht en Herman