Graaf Willem III gelast zijn baljuw in het land van Woerden dat deze ervoor zorgt dat alle aldaar aangeboden goederen, met name de boter, uitsluitend verkocht worden op de markt van Oudewater en niet op de markten van lokale heerlijkheden, op boete van 20 schelling bij elke overtreding.
Roerende den heerscappen geseten omtrent den lande van Woirden.
Wi Willaema ..grave etc. maken cond allen luden. Want wi verstaen dat onse ommezaters die gheleghen sien ommetrent onsen lande van Wourden ende heerscippie hebben, marct gheleyt hebben in horer heerscippien ende verboden horen onderzaten dat engheen goed dat hem versscintb vercopen moten in onsen lande noch elwair anders dan tot horer marct die si in horer heerscippien gheleyt hebben; wair omme wi ju ombieden heren Janne van Brandenburch, onsen bailiu uyt onsen lande van Wourden, dat ghi ghebiet al onsen onderzaten van onsen lande voirs. dat si alsulc goed als in onsen lande wast of verscint, ende namelike die butter dier verscint, nerghen en vercopen dan tonser marct tOudewater, bi yer boete van twintich scellinghen also dicke als sise elwair vercoften, ende die boeten niet te laten. Dit sal gheduren tot onsen wedersegghen.
Ghegheven in die Haghe donresdaghes voir sinte Jans dach midde somer int jair ons Heren Mo CCCo ses ende twintich.
Per commune consilium.