Graaf Willem III verklaart dat Lemmekijn Willemsz. van Duvenee een deel van zijn linkeroor heeft verloren door een ongeluk, wat hem niet tot schande mag strekken.
Lemmekijn Willams z.
In de marge, door een andere hand: Expiravit. — Een streep door het begin van de tekst.
In het register is de tekst per abuis eerder ingeschreven dan de voorafgaande oorkonde; deze fout is hersteld door een kruis in de rechtermarge en de letter b in de linkermarge (bij de voorafgaande oorkonde staat een a). De (moderne) nummering is aangepast aan die correctie.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. maken cond etc. dat in dienc tiden dat Lemmekijnd Willaemse sone van Duvenee was beneden sinen neghen jaren ende op enen tijd ghinc eten, daer hi spize in die hand hadde, soe quam een groet hont die omme dier spisen wille hem beet ende scoerde een stuc van sinen luchteren oere, als wi wel ter waerhede verstaen hebben; ende omme dat hi van den onghevalle voers. hier namaels ghiene blamef noch scande hebben en moghe, soe hebben wi hem desen brief ghegheven open bezeghelt met onsen zeghele.
Ghegheven in Middelburchg des woensdaghes na sinte Simonh ende Juden dach int jaer ons Heren M CCC ende twintich.
i Per dominum comitemj, dominum Zudensemk, abbatem de Middelburchl et aliosm.