Graaf Willem III beveelt dat alle 'vrienden' van Gillis heer Pietersz. van Baarsdorp, die lijf en goed aan hem had verbeurd, aansprakelijk zullen worden gehouden voor diens schulden aan hem, en hij machtigt Gillis bij die vrienden geld in te vorderen totdat die schulden bij de rentmeester van Zeeland voldaan zullen zijn.
Gillis sheren Pieters z. vriende.
Deze tekst is in C twee maal gekopieerd, de tweede maal temidden van een reeks per ongeluk gedubbelde afschriften, welke naderhand werden doorgestreept. Zie de kopnoot bij nr. ZE 83. – In de onderstaande editie worden de variante lezingen van de doorgestreepte versie geannoteerd met het sigle C'.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast, en dat op de betreffende Goede vrijdag het nieuwe jaar nog niet was ingegaan. Zie de Inleiding.
Met de term 'vrienden' worden in dit verband de onedele ingezetenen bedoeld van het ambacht waarvan Gillis heer Pietersz. ambachtsheer was.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. ombieden allen denc ghenen die Gillijs sheren Pieters soens vriende warend van Baersdorp e toter tijd dat sijn lijf ende sijn goed in onsen ghenaden quam, dat wi willenf dat si mit hem ghelden alsulke scout als hi ons sculdich es ende hi sijn lijf ende sijn goed om verdinghede, dat hi jeghens ons verboird hadde; ende gheven hem macht met desen brieve alle die ghene te pandene die doe sine vriende waren, ende sceldeng hem quite als hi onsen rentemeyster van Zelandh van onsen weghen hier of ghenoech i ghedaen hevet.
In orkonde j etc. Ghegheven in Middelburchk int jaer ons Heren M CCC ende twintich op den Goeden vridach.
l Per Fredericum receptorem Zeellandiem.