Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B ZE_G_X034v_095_1 C ZE_K_X041r_095_1 ZE_K_X042v_095_2

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 303 (groot register Zeeland), f. 34v, nr. 97 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).
Opschrift:

Jan Symons z. ende Lijsbeth Wisse Gillisa dochter.

C: AGH 304 (klein register Zeeland), f. 41r en 42v, nr. 94 (wrs. 3e decennium 14e eeuw, naar A, het slot tevens ws. 1336 mrt. 14-ca. 1340 mrt., naar B?).

Bij het afschrijven van deze tekst op f. 41r hield de kopiist, hand 3E, midden in de oorkonde op met zijn arbeid; hij eindigde daarbij midden op het blad. Later maakte hij de tekst toch af, maar vreemd genoeg bovenaan f. 42v, daarbij dus het onderste deel van het blad f. 41r alsmede f. 41v-42r leeg latend. Nog weer later voltooide hand 3D het onvolledige afschrift op f. 41r, waarna deze zelf of een ander de verdubbeling van dat slot op f. 42v doorstreepte. In de onderstaande uitgave worden de varianten uit het afschrift door hand 3E aangeduid met het sigle C, die uit het latere afschrift door hand 3D met het sigle C'.

Editie/regest: Van Mieris, ChHZ II, p. 254-255.

Vgl. de in het register voorafgaande nrs. ZE 93 en 94. Voor de in deze oorkonden genoemde verkoop door Gillis van Koudekerke van de ambachten van Koudekerke en Vlissingen aan graaf Floris V, die op 10 januari 1294 plaats vond, zie OHZ V nrs. 2849-2851.

De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.

Wi Clays bider ghenaden Goeds abt van Middelburchb, meyster Jan van Florenche provoist van Songniesc ende Gillijs Jans sone deken van Sinte Pieters in Middelburchd maken cond etc. dat voer ons quamen Jan, Simone ende Lisebetf, Wisse Gillijs soens kindere van Coudekerke, ende Adelise die Wissen wijf was voers. ende Jang van Rubroech hair man, ende verlieden alle gader ghemeenlike dat een edel prinche ende een moghende, onse lieve here die grave van Henegouweni etc., hem ghenoech ghedaen hadde van alre scout die die grave Florens, daer God die ziele of hebben moet, Wisse Gillijs soens erfnamen mochtej wesen sculdich alse van den ambochte te Coudekerkek ende te Vlissinghel dat die grave Florens jeghens Wissen voers. m ghecoft soude hebbenn, ende scouden onsen here den graveo voirs. daer of quite ende van allen eyske ende scout diese hem eysken mochten tote op den dach toe van huden, ende scoirdenp ende leverden in onsen jeghenwoirdichede des graveq Florens brief van den cope ende van den ambochte ende der manne brief van der kennesse van der scout, die zire of hadden.

In orkonde etc. Ghegheven in Middelburchr des donresdaghes na Paesdachs int jaer ons Heren M CCC endet een ende twintich.

[Dienstaantekening:]

Per predictosu.

a
Gill. B.
b
Middelb. BC.
c
de letters tussen g en s moeilijk leesbaar vanwege een vlek, mogelijk stond er Songuies B.
d
Midd. B; Middelb. C.
e
Symon C.
f
Lisebeth C.
g
bovengeschreven door de tweede kopiist 3D C.
h
Rubroes C.
i
Heneg. B; Heyneg. C.
j
moch te, de m door andere hand verbeterd uit n C.
k
Koudekerke C.
l
de letters ss gecorrigeerd B; Vilssinghe, de eerste letter gecorrigeerd uit W door uitvegen van de eerste haal ervan C.
m
hier hield de kopiist in eerste instantie op, waarna hij zelf en een ander de tekst alsnog hebben voltooid (zie de kopnoot ) C.
n
hobben, verbeterd uit houden door correctie van de u tot bb B.
o
..grave C'.
p
lezing niet zeker, mogelijk soenden C.
q
..grave C'.
r
Midd. B; Middelb. CC'.
s
Paesken C.
t
ontbr. C'.
u
namelijk die genoemd in het voorafgaande nr. ZE 94, te weten de bisschop van Zuden, de abt van Middelburg en meester Jan van Florence.
Oorkonder: Nicolaas abt van Middelburg, meester Jan van Florence, proost van Soignies, en Gillis Jansz., deken van Sint Pieter te Middelburg
Destinataris: Jan, Simon en Elizabeth kinderen van Wisse Gillisz. van Koudekerke, Adelise weduwe van Wisse, en haar echtgenoot Jan van Rubroec