Graaf Willem III schenkt Witte Willemansz. een schor te Hugelijnszand en het Waaienkinderschor met het weiderecht op de middeldijk aldaar, in ruil voor het afstaan door Witte en diens kinderen en erfgenamen van de watermolen te Zierikzee en het schor tussen Adelsoord en Mosselee, alsmede voor hun afzien van alle vorderingen jegens hem.
Willam ende Jonge Jan Witte Willams zoons kijndere etc.
De aanhef van deze oorkonde is op f. 50v ook al ingeschreven, en daar vervolgens geradeerd; zie onder nr. ZE 140.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Heynnegouwena b etc. maken cond allen luden. Want Willeman ende Jonghe Janne, Witte Willemansc soens kindere, voir horen vader ende voir hem zelven ende anders voir hoirs vaders arfnamen ons quite ghescouden hebben van alre scout ende eysche die ons hoir vader Witte voirs. eyschen mochted tote op den dach van huden, ende omme dat si ons weder op ghegheven hebben onse watermole tote Zeerixeee ende onsef score tuschen Adels oirde ende Mosselzee vrielijc onsen wille mede te doene, ende dair of onse brieve die si dair of hadden weder over ghegheven hebben, so hebben wi Witten voirs. ghegheven in rechten eyghen, behouden ons ende ons ambochts ende onser rechter tiende, onseg scoer tote Hughelijns zand tuyschen Hordezeeh sluys ende Wayeni kinder scoerj, dat groet esk vijf ende viertich ghemete, iteml onse scoer dat Wayenm kinder scoern hiet tote den hake van Hughelijns zandeo, dat groet es vijfp ende seventich ghemete, met onser ettinghe van den middeldikeq dair jeghes, hem ende sinen arfnamen vrieliken te ghebrukenr.
In oirkonde desen brieve beseghelt met onsen zeghele. Ghegheven tot Zeerixees des zatersdaghes na sente Poncekianst dach int jaer ons heren M drie hondert een ende twintich.
Per dominum, dominum Zudensemu, abbatem de Middelburchv et commune consilium domini.