Graaf Willem III verpacht aan schepenen en burgemeesters van Zierikzee de watermolen ter plaatse met het bijborende molenland voor 10 pond Tournois per jaar, op voorwaarde dat bij zijn aanwezigheid of die van de gravin hun graan het eerst zal worden gemalen tegen een vastgestelde prijs, en voorts geeft hij hun het weiderecht van het schor tussen Adelsoord en Mosselee, op voorwaarde dat bij voldoende aanwas hij zelf het ter bedijking zal uitgeven; de schepenen en burgemeesters bezegelen de oorkonde mee met het stadszegel.
Ziericxee.
Ziericxee.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Heynnegouwena b etc. maken cond allen luden dat wi onsen lieven ende ghetrouwen scepenen endec borghermeysters van onser poirte van Zeerixeed tote onser ghemeenre poirten behoef voirs. verpacht hebben in enen eweliken pachte onse watermolen tote Zeerixeee metten water molen lande ende met scade ende met vroemef dier nu toe behoirt, ende datg te berghen ende te dalen horen vryen wille mede tedoene tot hore oirbair, omme Xh lb. groter coninx Tornoisi tsyaers vries gheltsj, tek betailen alle jare die ene helfte te Bamissel ende die ander helfte te Payschen; ende dese pachte zal in ghaen nu te Paischen naist comendem. Ende si sullen ons ende onsen ghesinnen ende onser ghesellinne der gravinnen ende hoir ghesinnen, so wilc tijd dat wi of si toit Zeerixeen sien, malen doen onse coren dat tote der herberghen behoeven zal voir alle dinc, so wilc tijd dat wijs te doene hebben, dat zeve omme vier penninghe payements van Zeerixeeo. Voirt so hebben wi hem te handen ghelaten onse score tusken Adels oirtp ende Mosselee terq poirt oirbair ende des ambocht van Quaelambochtr, ende die vroemes van der etinghet der poirtu op te heffene. Mair wairt dat die score voirs. mersedev alse datmense diken mochte tote coren lande tote onser oirbair, der poirten ende des ghemensw ambochts voirs., so mochten wise uyt gheven te diken ten scoensten tote onser behoef, ende dien oirbair op boren also langhe als si bedijct waren; ende so wat dat ombedijct blivet, ende also langhe alstx onbedijct blivety, ende so wanneer datz ombedijca' ware, zo zal die poirte voirs. den oirbair dairb' of op heffen alse voirscrevenc' es.
In kennesse hier of ende omme dat wi willen dat dit vaste ende ghestade blive, hebben wi desen brief doen bezeghelen mit onsen zeghele. Ende wi scepenen ende borghermeesters van Zerixeed' voirscreven, omme dat wi desen pacht alst voirscreven es an ghenomen hebben ende gheloeft hebben van der meenree' poirt weghen te betailen onsen here den grave of sinen bode jaerlix tote elken terminen alse voirscreven es, so hebben wi desen brief open mit onsen here den grave bezeghelt mit onser ghemeenre poirte zeghel. Ghegheven toit Zeerixeef' des zatersdaghes na sente Ponsekiaens dach int jaer ons Heren M CCC een ende twintich.
Nota.g' Eth' hanc litteram posuiti' Gheradusj' Alewini de Leyden sub Enghelbertok' receptore Noirthollandiel'.
Per dominum, dominum Zudensemm', abbatem de Middelburchn' et commune consilium domini.