Koenraad en Wigbold van Lippe verklaren dat de lakens en andere goederen die rond 1 oktober 1316 in Westkapelle waren ingevoerd het eigendom waren van wijlen Godschalk van Indayne, en dat zij, als executeurs vanwege Godschalk en diens zoon Jan, graaf (Willem III) van Holland vrijwaren van alle eisen met betrekking tot die goederen; de oorkonde wordt meebezegeld door Jan van Indayne.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Universis presentes litteras inspecturis, Conrardus de Lippia et Wigboldus de Lippia salutem in Domino cum veritatis noticia infrascripte. Noverint universi quod testamur per presentes quod panni et alia bona arrivata in Westcapellisa in Wallacriab circa Remigiic anno decimo sexto fuerunt Godscalci de Indayned bone memorie, patris Iohannise de Indayne, et nosf de predictis sumus fideiussores, quod tenemusg dominum comitem Hollandieh indempnemi de omnibus inposterum conquerentibusj de dictis bonis.
In cuius rei testimonium sigilla nostra una cum sigillo predicti Iohannisk de Indayne presentibus sunt appensa. Datum anno Domini M CCCo XXIo die beati Thome Cantuariensis episcopi.