Graaf Willem III gelast Frederik (van Valenciennes), rentmeester van Zeeland, om Domaas Beynaardsz. de hem toegezegde 5 pond groten uit te keren, welk bedrag zal worden gebruikt als zoengeld in verband met de door Domaas en diens broers veroorzaakte dood van heer Pieter de kampvechter, en om erop toe te zien dat de zoenprocedure snel en correct wordt afgehandeld.
Domaes Keynairts z.
In de marge, door andere hand: Exspiravit.
Tussen deze tekst en de voorafgaande het opschrift Zeland, voorzien van een sierrand.
In de oorspronkelijke registratie stond hoogst waarschijnlijk abusievelijk het jaartal 1322, hetgeen door de kopiist van B is gecorrigeerd (zie noot n); het jaarcijfer wisselde op Goede vrijdag, zodat op Paaszaterdag inderdaad 1323 geschreven had moeten worden (zie de Inleiding).
Vgl. nr. ZE 339, alwaar ook blijkt dat heer Pieter een kampvechter was.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave b etc. ombieden u Vrederic, onsen rentemester van Zeelandc, dat ghi Domaesd Beynairtse sone van Bettuyxf goede voldoet van vijf pond groeten die wi hem toe gheseit hebben voer sinen cost, ende dat ghelt brenct onder onsen bailiu van Zeerixeeg, ende dat hijt van onsen weghen ende van Domaesh weghen ontfaei ende dat hire heren Pieter kempen maghe mede stille alse van sheren Pieters doit van Domaesj weghen voirs. ende siere broedere, also verre alset strecket, ende daer toe doet doen manscippek ende voer ede na den rechte van den lande; ende des maket eenl cort ende, ende des en lait niet.
Ghegheven in Middelburchm op den Paesch avond int jaer ons Heren M CCC drien ende twintich.
Per dominum, dominum Zudenseno et alios.