Heer Nicolaas Costijnsz. belooft graaf (Willem III) 8 pond groten te betalen voor zijn misdadige kapelaan, die gevangen was genomen.
Her Claes Costijns z.
In de marge, door andere hand: Exspiravit.
Het is niet zeker dat deze rechtshandeling ooit in de vorm van een oorkonde is uitgevaardigd. De handeling dateert waarschijnlijk van rond 21 juni 1323, de dag waarop de in het register voorafgaande oorkonde nr. ZE 206 werd uitgevaardigd, waarbij niet alleen Nicolaas Costijnsz. eveneens was betrokken, maar ook dezelfde getuigen; de terminus ante quem is afgeleid van de eerste betalingstermijn.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Haer Clays Costijns sone hevet ghelovet minen here den grave ende es sculdich voer enen misdadighen pape, dien hi ghevanghen hevet ende sijn capellaen was, VIII lb. groete, daer hi die ene helft of betailen sal tote sente Martijns misse in den wintera int jaer van XXIIIo ende die ander helft tonser Vrouwen lichtmisseb daer na naist comende. Daer of sal hair Clays goede sekeringhec doen den abt van Middelburchd; haer Clays hevet dit belovet bi siere trouwen te doene in jeghenworde Jans capelaens, Jakemone Lombaertsf, Thirig des clercs.