Graaf Willem III geeft Mayde zoon van Simon Hugen Kindsz. toestemming tot verkoop van land dat deze van hem in leen houdt, op voorwaarde dat hij hem land van dezelfde waarde op zal dragen om dat in leen terug te ontvangen, en dat hij daarvoor zekerheid zal geven aan de abt van Middelburg en de rentmeester van Zeeland.
In de marge, door andere hand: R(egistrata). – Lager, door een derde hand: Zeelanda.
Mayden Symons z.
Wi ..Willaemb gravec van Henegouwend etc. maken cond etc. dat wi oirloft hebben Mayden Symons Hughe Kints sone soens te vercoepen alzulc land als hi van ons te leene houd, also verre als hi ons weder also goed land op draghene van ons te leene houdene, ende also verre als hi dit den abt van Middelburchf ende onsen rentemeyster van Zeellandg versekerd.
In orkonde desen brieveh etc. Ghegheven in den Haghe op sinte Bartholomeusi dach int jaer ons Heren Mo CCC drie ende twintich.
Per dominum, abbatem de Middelburchj et castellanum de Leyden.