Schepenen en burgemeesters van Zierikzee verklaren dat graaf (Willem III) hun de borgstelling heeft terugbetaald voor de 17 pond groten die hij bij de Lombarden van Zierikzee had geleend, maar dat zij de grafelijke open brief, die zij nu zouden moeten overleveren, kwijt zijn geraakt; zij beloven dat, mocht die oorkonde weer opduiken, zij op grond daarvan van hem geen geld zullen vorderen.
Scepenen van Ziericxee.
Wi scepene ende burchmeysters van Zierixea maken cond allen luden. Want onse lieve here die grave van Heynnegouwenb etc. ons te c borghed gheset hadde jeghens die Lombaerdee die wonen tote Zierixef van zeventien pond groter die zi hem lienden, daer hi ons of belovedeg scadeloes te quiten met zinen openen brieven die ons van zinen weghen ghelevert waren, ende want hi ons van desen ghelde voirscreven wel ghequijt hevet ende wire ons wel ghepaieth of houden, ende wi zinen open brief voirscreven van quitancien dien wi hem sculdich waren weder te leverne verloren hebben, zoe gheloven wi met desen brieve, worde die brief ghevonden, dat wire onsen here den grave voirs. nimmermeer niet mede eysken en zullen noch en moghen, mar wi zullen hem weder leveren.
In orkonden etc. Ghegheven int jaer ons Heren Mo CCCo ende vier ende twintich up den Paescavend.
i Istam litteram Gerardj posuitk sub Enghelbertol.