Graaf Willem III geeft Raas heer Gillisz. van Kruiningen toestemming het koggegeld en paviljoengeld te innen bij degenen die hem dat naar het oordeel van schepenen schuldig zijn, en die land hebben in diens ambacht.
Raessen Gillijs z.
In de marge, door andere hand: Exspiravit.
Wi ..Willaema grave van Heynegouwenb etc. maken cond etc. dat wi gheorloeftc hebben ende oirlof gheven met desen brieve Rasen ser Gillijs sone van Cruninghend te panden alle die ghene die scepenen kennen dat hem scoudiche sien cogghe ghelt ende zijn pawelioen gheld, ende onder hem gheland sien.
In oirkonde etc. Ghegheven in Middelburchf des dinxendaghes na Paesken int jaer ons Heren Mo CCCo vier ende twintich.
Per dominum, Mathiam, Gillijsg Boudijnsh f., Willaemi Jans f. et alios.