Graaf Willem III verkoopt jonkvrouw Aachte, weduwe van Hendrik Hugenz. van Biggekerke, het hem door Margareta dochter van Jan Geroncsz. nagelaten ambacht binnendijks in Sint-Maartensdijk, zowel in het Oudeland als het Nieuweland, met de visserij, de molen, de middeldijk en het veer, welke goederen zij in recht leen van hem zal houden.
Joncfrou Aechte.
Vgl. nr. ZE 290.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willema b etc. maken cont allen ludenc dat wi vercoft hebben joncfrouwen Aechten, Henrixd Hughen soens wedewe van Bigghenkerce, in rechten lene van ons te houdene onse ambochte dat wi legghende hebben binnen dijcsf van Sente Martijnsg dijc, bede in Ouden landeh ende in Nuwelandi, met vischerien, molen, middeldijc ende met der vere, alsej groet alset ons ane verstorven es van Margrietenk Jan Gheronxl soens dochter, om neghen pond groter conings Tornoysem, daer si Jan Wissen sone onsen rentemeester van Beoestersceltn of voldaen hevet.
In orconde etc. Ghegheven in Middelburcho des donresdaghes vor Midvasten in annop XXIIIIo.
Per dominum comitem et Jan Wissen f. receptorem.