Graaf Willem III, die heeft vernomen dat de abdis van Waterlooswerve geen kloosterland mag vervreemden dan met toestemming van haar vader-abt en haar gemene convent, maakt de eigenmachtige verkoop door broeder Hugo van 10 gemet en 100 roeden van zulk land te Noorddijk op Noord-Beveland ongedaan en bepaalt dat de eventueel betaalde koopsommen moeten worden gerestitueerd.
De tekst is doorgestreept d.m.v. enkele kruisen.
Twee dagen later werd een oorkonde met dezelfde strekking uitgevaardigd, maar met een iets uitvoeriger narratio; zie nr. ZE 354 in hetzelfde register. Die herziene heruitvaardiging is wel de reden dat de onderhavige tekst werd doorgestreept. – Deze oorkonde nr. ZE 352 ontbreekt in het duplicaatregister AGH 303.
Wi Willem grave van Heynegouwena etc. maken cont allen luden dat wi verstaen hebben bi reckeliken clercken ende anders goden luden dat die abdisse van Waterloeswerveb ghene machte en hevet haers goidshuys erve te vercopen, enc si bi haren vader abt ende bi haren ghemenen convente. Ende want wi verstaen dat broder Hughe des goidshuys land van Waterloeswerved legghende te Noerdike in Noerdbevelande buten consente der abdissen vors. ende haers goidshuys ende haers vader abts bi hem zelven vercocht hevet Monijn Hadden f. zeven ghemete ende C roeden lands ende Herenboud Hughen sone drie ghemete lands, legghende ten Nordike vors., soe zegghenf wi der abdissen ende haren convente van Waterloeswerveg vorscreven haer hand te slane ane dese X mete ende C roeden lands vorscreven, ende willen dat si des vryelike ghebruken; mar es van desen lande vors. enich ghelt ontfaen dat in haren jof in haersh goidshuys orbaer ghecomen es, dat segghen wi dat si weder gheven zal den ghenen diet van rechte scoudich es te hebben.
In orconde etc. Ghegheven tote Zirixeei up sente Nyclays dach int jaer XXVo.