Graaf Willem III gelast Jan Wissenz., baljuw van Zierikzee en rentmeester van Beoosten Schelde, dat hij beslag legt op de gronden die toebehoren aan Elizabeth Mariendr., die door Hendrik zoon van de Haak was ontvoerd, dat hij deze op kosten van het land laat bewerken en de opbrengst vooralsnog onder zich houdt.
Jan Wissen z.
In de marge, door andere hand: Exspiravit.
In de verwijzing in Muller, Reg. Hann., p. 149 (nr. 1 van 28 maart), lijkt deze oorkonde te zijn verward met nr. ZE 372.
Wi Willema grave b etc. ombieden u Jan Wissen sone, onsen bailiu van Zierixeec ende rentemeester van Beoistersceltd in Zeellande, dat ghi van onsen weghen u hand slaet ane alle dien lande dat Lizebetthenf Marien dochter toe behoirt die Heinricg des Haix sone ontfoerdeh hadde, ende dat noten doet met slands coste ende die note in behoudenre hand hout ter tijd toe dat wire u ander stucken of ombieden; ende des en laet niet.
Ghegheven in die Haghe des vridaghes na Paescdach int jaer ons Heren Mo CCCo XXVIo.
Per dominum comitem.