Graaf Willem III vergeeft Boudekijn Dirksz. en Elc zoon van Hein Libertsz. de misdrijven, waarvoor zij uit het land waren geweken, en geeft hun de landen terug die zij van hem hielden.
Boudijns Dircx z.
In de contemporaine nummering is abusievelijk het nummer CCCLXXII herhaald. – In de marge, door andere hand: Exspiravit.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cont etc. dat wi Boudekiaienc Dierixd zone ende Elc Heyne Libaerdsoensf sone onsen evelen moit vergheven ende ons land weder gheveng hebben, van alsulker broke als si misdaen hadden ende onse land omme gheruemt hadden.
In orkonde desen brieve bezeghelt met onsen h zeghelei. Gegheven in die Haghe des saterdaghe na sinte Jacobs dach int jaer ons Heren Mo CCCo ses ende twintich.
j In computatione Jan Wissen f. receptoris Beoistersceltk III½l lb. groete ontfaen.
Per dominum comitem et Mathiam Rengheri.