Graaf Willem III vergeeft Nicolaas zoon van Hendrik Ossenz. in Kloetinge de misdaad die hij had begaan in verband met de doodslag op Pieter Allardsz. van den Wale, waarvoor hij was beboet met 10 pond groten Tournois, en staat hem toe weer in het land terug te keren, als tenminste de vijanden hem daartoe verlof geven.
De tekst is doorgestreept d.m.v. een aantal diagonale halen.
Deze oorkonde is niet gekopieerd in het duplicaatregister AGH 303.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat wi bi Jan Heynrix f. onsen rentemeyster van Bewester Scelt in Zeeland verdinghen hebben laten Clayse Heynric Ocssen soens sone in Cloetinghe, alse van siere broeke ende mesdaet die hi jeghens ons mesdaen hadde alse van Pieter Allaerd f. doet van den Wale, om tien pond groeter Tornoysec, daer hi ons rentemeysters voirs. ghemoede of hevet; waer omme wi Clayse voirs. onse land weder gheven ende van deser broeke onsen evelen moet vergheven, also verre als hi der viande ghemoede hevetd.
In oirkonde etc. Ghegheven in Middelburche des manendaghes voir Halfvasten int jaer ons Heren M CCC zes ende twintich.