Graaf Willem III, die over het veer te Vlissingen klachten heeft ontvangen van zowel de gebruikers als de uitbater Domaas de Baars, gelast baljuw en schepenen van Vlissingen dat zij enerzijds Domaas steunen en ontduiking van het veer tegengaan en anderzijds ervoor zorgen dat het veergeld niet te hoog is.
In de marge een kruisje.
Tveer te Vlissingen.
In de marge, door andere hand: Exspiravit.
Vgl. nr. ZE 278.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaema grave van Heynnegouwenb etc.c maken cond allen luden. Want wi onse vere te Vlissinghe Domased den Baerse ghegheven hebben toit onsen weder segghen om onse ere ende onser goederf lude oirbaer dair in te verwaren ende elkerlike die veerscat sculdich es om redeliken veerscat over te voeren, ende wi alrehande croninghe horen alse dat men die arme lude te zere bescat ende oec Domaes der vere niet wel ghebruken en soude mogheng, zoe ombieden wi u onsen baliu ende scepene van onser porte van Vlissinghe die nu sien jof namaels wesen zullen dat ghih Domase voirs. in die vere also sterket dat hier vriliken ghebruken moghe ende dati niemant in en vore tej sie bi hem ende van sinen weghen, ende dat hi ende die sine den luden alse weseliken veerscat of nemen dat sijs ghewesen moghen ende si met reden hem nietk te becroenen en hebben; ende des en laet niet. God sie met u. Ende dit zal gheduren tonsenl wedersegghenm.
Ghegheven in Middelburchn des woensdaghes voir Palmensonnendach int jaer ons Heren M CCC endeo XXVIo.