Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A ZE_K_X095v_441_1 B ZE_G_X075v_441_1

A: AGH 304 (klein register Zeeland), f. 95v, nr. 452 (primaire registratie).
B: AGH 303 (groot register Zeeland), f. 75v, nr. 428 (na 1333 mei 7-wrs. vóór 1334 mrt. 6, naar A).
Opschrift:

Henric Everdei, Jan van Noirde etc.

Door een merkwaardige samenloop van omstandigheden levert de datering van deze oorkonde, uitgevaardigd op 'Goede vrijdag 1327', problemen op. Ten eerste kan niet met volledige zekerheid worden aangenomen dat deze particuliere oorkonde, die mogelijk niet in de grafelijke kanselarij is vervaardigd, naar de paasstijl is gedateerd. Maar als dat al zo was, dan nog was het burgerlijk jaar niet vast te stellen aangezien bij toepassing van de paasstijl juist op Goede vrijdag het jaarcijfer wisselde, en wel 'na het kerkelijk officie, dat is omstreeks de middag' (Strubbe-Voet, Chronologie van de Middeleeuwen, p. 56). Nu staan in de hier uitgegeven registers de teksten normaliter ongeveer in chronologische volgorde, zodat in dit soort gevallen meestal gemakkelijk kan worden uitgemaakt wanneer het stuk is uitgevaardigd. Bij dit nr. ZE 441 wil evenwel het toeval dat de tekst wordt voorafgegaan door oorkonden uit maart-april 1327, in het primaire register A eindigend op f. 95v bovenaan, maar wordt gevolgd door een kleine serie oorkonden uit maart-april 1328, in het register ingeschreven op f. 95v-96r, waarna op f. 96v de draad weer wordt opgevat met stukken uit april 1327. Folio 96 is het laatste blad van een katern; blijkbaar heeft men bij het in gebruik nemen van een nieuw katern deze twee bladzijden aanvankelijk deels onbeschreven gelaten, en pas een jaar later de open gelaten ruimte alsnog opgevuld. De vraag is derhalve of nr. 441 nog tot de voorafgaande reeks van oorkonden uit voorjaar 1327 behoort, of tot de volgende serie van stukken uit voorjaar 1328.

Een volgend toeval wil dat het antwoord op deze vraag toch eenduidig is te geven. Verderop in het register A is het begin van de oorkonde namelijk nogmaals geregistreerd, maar blijkbaar bemerkte de kopiist al doende de verdubbeling en staakte hij vervolgens de arbeid eraan; zie nr. ZE 465. Deze tweede registratie staat op f. 99r, temidden van oorkonden uit juli 1327. Daaruit volgt dat de onderhavige oorkonde niet uit 1328 kan dateren. Wat de gehanteerde jaarstijl betreft kan dan worden geconcludeerd dat het stuk ofwel op de ochtend van Goede vrijdag is uitgevaardigd met hantering van een winterstijl, ofwel in de middag, in welk geval de jaarstijl niet kan worden vastgesteld.

In de onderstaande tekst zijn de varianten of onleesbare namen uit nr. 465 – welke registratie deels is verwijderd door middel van radering – geannoteerd onder het sigle A'.

Allen den ghenen die desen brief zullen zien of horen lesen maken wi kond Heynric Everdeya, Janb van den Nordec ende Symond, ser Harnoudse kinder uten Broeke, dat wi vercoft hebben Jannef Heynrixg sone rentemeyster van Bewesterh Scelti in Zeeland tot ons heren sgraven behoef een vieren deel van der malej in den Broec die Arnouds ons broeders wask, omme viere ende twintich pond ende l tien scellinghe suarter Tornoysem, die ons Jan Heynrix sone die rentemeyster voirs. vol ende al betailt hevet; ende dit vierendeel van der moele voirscreven gheloven wi hem te wairne talen rechte.

In orkonde etc. Ghegheven in Middelburchn up den Goeden vridach int jaer ons Hereno M CCCp zeven ende twintich.

 

q Ista littera est sub Enghelbertor.

a
Ev'd[.]y A'; Everdei B.
b
onleesbaar A'.
c
Noirde B.
d
onleesbaar A'.
e
[...]no[.]uds A'.
f
Jan A'.
g
Heynr. B.
h
Bewest' B.
i
Bewest'sce[.]t A'
j
mole A'B.
k
hier breekt de tekst af A'.
l
hier twie, gecorrigeerd en doorgestreept A.
m
Tor. A; Torn. B.
n
Midd. A; Middelb. B.
o
ontbr. A.
p
M CCC ontbr. B.
q
de volgende notitie door andere hand A.
r
Enghelb'to A.
Oorkonder: Hendrik Everdei, Jan van den Noorde en Simon, zoons van heer Arnoud uit de Broek
Destinataris: graaf Willem III