Graaf Willem III verklaart dat de door hem met instemming van de leenmannen van Beoosten en Bewesten Schelde uitgevaardigde keur betreffende het over en weer innen van schulden in Zeeland geen inbreuk zal maken op de rechten van heer Gerard heer van Voorne in diens hoedanigheid van burggraaf van Zeeland.
Her Gerijt her van Voirne.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat alsulc recht ende kore als wi nu ghemaket hebben bi wilcore ende over eendraghen van allen onsen mannen ghemeenlike Beoistersceldb ende Bewestersceldc omme die scout te innen mallic van anderen over al in onsen lande van Zeellandd, dat hebben wi doen maken behouden ons neven recht heren Gherardse here van Voirne, burchgrave van Zeellandf, ende sire nacomelinghe, alse verre alst hem toe behoirt van der burchgraefscip van Zeellandg voirscreven; ende sonder alrehande archlist.
In oirkonde desen brieve bezegheldh etc.i Ghegheven tote Zierixzeej des vriendaghes na Paesdach int jaer ons Heren Mo CCCo XXVIIIo.