Graaf Willem III verpacht Hendrik Hendriksz. van Zoutelande op diens verzoek het derde deel van de tienden in Kortgene en Coninchem en van de tienden van Hugo Elwouds van Wijk, die van Hendriks moeder Catharina Woutersdr. waren.
Henric Henric zoon.
Onder de tekst in de marge, door andere hand: Concordatus.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Vgl. nrs. ZE 580 en 581.
Wi Willema grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat Heynric Heynrix sone van den Zouten landec an ons verzocht heeft dat derdendeel van der tienden in Kortekened ende in Kuddinchem ende van Hughe Elwouts tiende van Wijc, die Katherine Wouters dochter sijn moeder te houden plach, ende daire Heynric voirs. ons sijn verzoec f of betailt heeft bi Vrederic die wile dat hi onse rentemeyster was in Zeeland, wilc derdendeel van alle der tienden voirscreven wi verlien Heynric voirscreven, behouden elken anderen sijns rechtsg, van ons te houden ende te besitten in allen manieren alse die brief houd die bi wilcoir van ons ende van onsen mannen vanh Zelandi dair of ghemaect ende beseghelt es; ende hier of sal hi ons jaerlix te pachte gheven achtien penninghe ende een halling Hollandsj.
In orkonde etc. Ghegheven in Middelburchk des manendaghes na sinte Gheerden dach int jair ons Heren M° CCC° ende XXXI°.